Eikenprocessierups

Eikenprocessierups

Door het chemisch of biologisch vergiftigen of verbranden van EPR-nesten worden alle soorten rupsen, inclusief vele parasieten, de natuurlijke vijanden van de EPR, gedood en verdwijnt een hele laag uit de voedselpiramide. De relatief goedkope aanpak van Storix maakt juist optimaal gebruik van deze natuurlijke vijanden.

Korte termijn – Vlinderfilterhotels
In de praktijk blijkt slechts 20%-30% van de dieren in verwijderde EPR-nesten daadwerkelijk eikenprocessierupsen te zijn, terwijl de rest bestaat uit parasieten, zoals sluipwespen en -vliegen, poppenrovers en oorwormen. In het Vlinderfilterhotel kunnen zestien nesten met poppen worden gelegd. Door de geperforeerde plaat kunnen de EPR-vlinders die uit de poppen komen niet ontsnappen en zullen sterven, terwijl de kleinere parasieten wél uit de nestkasten kunnen vliegen. Afhankelijk van de schaal van aanpak, zal er binnen enkele jaren een stabiel ecologisch evenwicht ontstaan, waardoor de Vlinderfilterhotels in beperkte mate nog nodig zijn.

Lange termijn – Biotoopverbetering
Naast de inzet van de ‘hotels’ is het goed om het (stads)landschap zodanig om te vormen dat er een aantrekkelijk(er) biotoop ontstaat voor de natuurlijke vijanden van de EPR. Met het volgende stappenplan is de overlast van de EPR binnen circa drie jaar te minimaliseren.

  1. Plaatsen van de vlinderfilterhotels

Uit de resultaten van het meerjarig onderzoek van ruim 1000 EPR nesten dat Storix in diverse bloemrijke landschappen heeft uitgevoerd, blijkt dat slechts 20% van de dieren die uit een EPR-nest komt daadwerkelijk een eikenprocessievlinder is. De andere 80% bestaat uit natuurlijke vijanden, zoals sluipwespen en -vliegen. Deze leggen hun eitjes in of op de rupsen van de eikenprocessievlinder, waardoor deze worden geparasiteerd en sterven. De sluipvliegen en -wespen zijn dus een belangrijk onderdeel in het terugdringen van de EPR. Sterker nog: de natuurlijke vijanden met een Vlinderfilterhotel als tijdelijk huis zorgen er voor dat de EPR geen plaag wordt.

2. Creëren van een bloemrijke omgeving

Bolgewassen in het vroege voorjaar, bloemrijke struiken, bloemenweides en bloemrijke onderbegroeiing in het bos zorgen voor voldoende nectar voor de natuurlijke vijanden op de tijdstippen dat ze die nodig hebben.

  1. Plaatsen van nestkasten voor vogels en vleermuizen

Met nestkasten ‘verleid’ je natuurlijke vijanden, zoals diverse vleermuizen, koolmees, pimpelmees, groene en grote bonte specht, kauw, boomklever, boomkruiper en gekraagde roodstaart, om in het EPR-gebied te blijven.

  1. Vogels ‘conditioneren’ EPR-rupsen te eten

Vogels hebben een breed aanbod aan eten, maar je kunt er voor zorgen dat ze hun focus op een bepaald prooidier leggen en niet bijvoorbeeld de rupsen van de kleine wintervlinder eten, die tegelijk met de EPR aanwezig zijn. Op voedertafels krijgen vogels de hele winter vogelvoer aangeboden. Op het moment dat de EPR in het tweede larvestadium is, wordt het vogelvoer vervangen door takjes met eikenprocessierupsen en tegelijkertijd worden boven in de bomen takjes met rupsen opgehangen.

Als proef hebben we een koolmezenpaartje 28 dagen op de voedertafel gevoerd. In die tijd heeft dit paartje 170-330 rupsen per dag opgegeten. Dat zijn in totaal 7.000 rupsen ofwel 44 nesten standaardformaat!

  1. Blijven monitoren

Door het monitoren van de aantallen vlinders en eitjes kan worden voorspeld waar de ernstigste plagen zich voor kunnen gaan doen. Er zijn drie methodes om te voorspellen hoe ernstig een plaag zal worden:

  • Monitoren van het percentage parasieten door een jaar lang nesten met poppen uit te kweken.
  • Gebruik van feromoonvallen. Omdat de uitkomsten niet altijd betrouwbaar zijn, doen wij dit beperkt.
  • Tellen van de ei-pakketjes die ’s winters in boomtoppen verzameld zijn . Dit geeft inzicht in de ernst van de plaagdruk voor de aankomende zomer.

Ons uiteindelijke doel is het delen van onze ervaringen met het ecologische beheer van de EPR, in de hoop dat zowel publiek als politiek zullen inzien dat dit de enige weg is naar een toekomst, waarin de overlast door eikenprocessierupsen tot een absoluut minimum beperkt blijft.

Parasieten in een monitoringskast